Grenzen stellen

grenzen stellen

Laten we voorop stellen; een kind moet kind kunnen zijn. Het ene kind zoekt grenzen op en een ander kind laveert rustig door het leven. Bij opgroeien hoort het verkennen van grenzen. Grenzen van jezelf en van de ander. Het stellen van grenzen hoort bij opvoeden. De manier waarop je grenzen stelt is belangrijk. Kinderen ontwikkelen zich het beste als ouders grenzen stellen op een rustige, consequente manier.

 

Door het stellen van grenzen creëer je veiligheid voor je kind. Ook ontwikkelt je kind door het omgaan met grenzen zelfcontrole. Een belangrijke vaardigheid in onze maatschappij. Als ouder ben je er (ook) om de regels en grenzen te bepalen.

 

Kinderen communiceren via hun gedrag. Sommige kinderen schreeuwen letterlijk om grenzen, vaak uit onmacht. Ze stellen vaak vragen via hun gedrag. Soms doen ze dat door negatief gedrag te laten zien: dwars zijn, niet luisteren, schoppen, slaan, gillen. Of een kind laat juist teruggetrokken gedrag zien.


Ik ben van mening dat een kind nooit negatief gedrag laat zien om jou te pesten. Wel om je iets duidelijk te maken en het zal ook niet stoppen totdat het weet dat jij doorhebt wat hij bedoelt. Negatief reageren op negatieve aandacht werkt meestal averechts. Een kind wil gezien worden en zal dit desnoods willen bereiken door negatief gedrag te laten zien. 

 

Het stellen van grenzen is iets anders dan straffen. Bij grenzen stellen gaat het om je kind helpen en begeleiden. Je helpt hem bij het bieden van een veilige omgeving, het ontwikkelen van sociale vaardigheden en je leert hem rekening te houden met anderen.

 

Benoem het gedrag

Benoem het gedrag dat je ziet, vertel de grens maar vergeet ook zeker niet het gedrag te benoemen dat je wél graag ziet. 

 

“Het gedrag dat je net liet zien, vind ik niet leuk…”

 “Toen je gisteren moest opruimen ging het erg goed. Je werd daar helemaal niet boos om, dat vind ik fijn. Dan maak je me echt blij.”

“Ik heb gisteren gezien dat je mij zo goed kon helpen, door zo goed op te ruimen. Ik weet dat je graag door wilde spelen, knap van je dat je toch naar me luisterde!”

 

Ook wanneer je een compliment geeft, benoem dan waarom je het knap vindt wat hij doet. Benoem ook dan het gedrag.

 

Leef je in

Bekijk de situatie vanaf de kant van je kind. Leef je in en toon begrip voor wat je kind zou kunnen voelen terwijl jij de grens opgelegd. Kinderen zijn eerder geneigd grenzen na te leven, als ze het gevoel hebben begrepen te worden.

 

Respecteer ook de grenzen van je kind. Kinderen kunnen al heel jong aanvoelen of ze bijvoorbeeld genoeg gegeten hebben. Door deze grenzen te respecteren, leer je je kind luisteren naar zijn eigen gevoel. Je leert hem grenzen van zichzelf en anderen te respecteren. Geef je kind controle binnen jouw kader. Geef ruimte, laat hem bepalen, bijvoorbeeld door ze keuzes te geven, maar wel binnen jouw regels.

  

Praat vanuit de Ik-boodschap 

Geef het goede voorbeeld, praat vanuit jezelf. Door te beginnen met “Jij doet… of jij hebt…” wordt de boodschap die je wilt geven al vaak verwijtend. Vertel wat jíj ziet, wat jíj voelt, wat jíj denkt vanuit jezelf… 

 

 “Ik wil je graag helpen als je zo boos bent, kun jij mij vertellen hoe ik dat kan doen?” 

“Ik vind dit gedrag niet leuk.”

 “Ik denk dat ik je zo kan helpen, maar misschien heb ik het mis…?”

 

Choose your battles!

Bedenk wat jij echt belangrijk vindt en stel daarover grenzen op. Maak het probleem niet groter dan het is! Het kost jou en je kind verschrikkelijk veel energie om altijd maar de discussie te moeten voeren. Stel jezelf de vraag; is dit acceptabel gedrag? Natuurlijk, als veiligheid in het geding komt grijp je in. Maar soms kun je je afvragen, is dit de discussie waard? Waarom moet mijn kind zijn boterham opeten? Waarom moet hij een jas aan? 

 

Kinderen willen leren door te ervaren. Geldt dat voor volwassenen ook niet? Iemand kan je vertellen dat iets heel lekker is of iets heel mooi. Dan wil je het waarschijnlijk ook zelf proeven of zien.

 

“Je kan het doen, maar ik zou het anders aanpakken. Het is koud buiten, dus als je geen koude handen wilt krijgen, zou ik voor mijn handschoenen kiezen. Maar het is aan jou…”

 

Je spreekt met deze boodschap ook een soort vertrouwen uit. “De keuze is aan jou, bedenk zelf maar wat goed voor jou is. Ik denk dat jij dat wel kan.”

 


Reactie schrijven

Commentaren: 0